Basketball terminologie deel 2

 Basketball terminologie deel 2

" Slam dunk "
Een van de vele uitdrukkingen voor een dunk. Sommige spelers gaven een specifieke naam aan die dunk. Bijv. " Chocolate Thunder " of "DR.J.#1".

 " Slide "
Verdedigende techniek, step slide, nu spreken we van Push & Slide. Zijwaarts en ook voorwaarts en rugwaarts.

 " Slide under "
Een verdedigende techniek waar de verdediger onder de screener slide en zo zijn man terug op pakt.

 " Shotrange "
 De afstand vanwaar de schutter accuraat is en boven de 50% komt.

 " Show hard "
Een term die komt bij het hedgen en de verdediger op de screener plots uit stapt.

 " Shuffle Offense "
Een aanval die ingebracht werd door Coach Bob Spears toen hij in de Air Force Academy les gaf en zijn grootste speler 6’1” (1,83 m) was.

 " Side screen "
 Screen gezet op de zijde van de verdediger links of rechts.

 " Sikma move "
 Voetenwerk genoemd naar Jack Sikma NBA speler met Nederlandse roots, rugwaarts pivoteren om zo meer ruimte te creëren met de verdediger.

 " Scrimmage "
In de voorbereiding van het nieuwe seizoen worden wedstrijden gespeeld tussen de starters en de second stringers. Kan ook tijdens de training een wedstrijd van alle spelers uit 1 team.

 "  Secondary Break "
Is een uitloop van een fast break waar men nog enkele opties heeft om te scoren. Momenteel oefening bij Rayon Zuid 2012 - 2013.

 "  Set shot "
Een technische term waar de speler op een bepaalde plaats een schot neemt zonder springen.

" Shot fake "
Een schijnbeweging tot shot. Men zegt, een " shotfake is a shot not taken."

 " Running game "
Een andere benaming voor Fastbreak.

 " Scissors "
Een aanvallende term waarbij men split de Post uitdrukt.

 " Scrambling "
Een verdedigende uitdrukking waar men rotatie mee bedoeld.

 " Screen away "
Een aanvallende term waar men bedoeld dat degene die de pass heeft gegeven een screen zet weg van de bal.

 " Screen the screener "
Een aanvallende term waar degene die een screen zet nu een screen krijgt.

 " Rocker step " of "Rockstep"
 Schijnbeweging van speler met bal om tegenstander uit balans te krijgen

 " Rotate " 
Een verdedigende term waar in verdediging na het trappen van een man de andere 3 spelers moeten roteren en eventueel wisselen van man.

 " Rub off "
 Vlak langs medespeler/ tegenstander snijden om eigen man kwijt te raken

 " Run-and-gun "
 Free lance basketbal zonder organisatie waar iedereen doet wat hij wil en meestal bij ontvangst van de bal schiet, zodanig dat er weinig gepast word want de bal komt zeker niet terug.

" Run-and-jump "
Een verdediging waarbij verantwoordelijkheden van functiewisseling zijn ingebouwd.

 "  Release "
 Het moment dat de bal de hand van de schutter verlaat.

 " Retreat-step "
Een verdedigende term, het achteruit sliden bij een drive van de aanvaller.

 " Reverse dribble "
Spin dribbel richtingsverandering.

 " Reverse lay up "
Aanvallende technische term. Ook Lay-back genoemd.

 " Reverse-the-ball "
Het snel verplaatsen van de bal van de ene zijde van het veld naar de andere zijde van het aanvalshelft.

 " Quick hitter "
Een aanvallende term, is een aanval die men gebruikt als de tijd dit vraagt, eind van een Q. eind wedstrijd of waar men een 48" heeft en zo twee bal bezitten heeft.

 " Quickness "
Explosiviteit. Hij die explosief is heeft een groot voordeel.

 " Rainbow shot "
Traject van bal bij schot met zeer hoge boog.